Nederlanders die weinig of geen extra pensioen opbouwen via de werkgever, maar wel vermogen hebben in de vorm van een eigen huis, moeten tegen de tijd dat ze stoppen met werken extra opletten of ze van een AOW-uitkering kunnen rondkomen.

Dit is een scenario dat reëel kan zijn voor onder meer zzp’ers, als een zelfstandige ondernemer te weinig heeft geregeld met een aanvullend pensioenpotje bovenop de AOW.

Als je netjes een hypotheek op de eigen woning aflost, heb je het voordeel dat een deel van de woonlasten wegvalt als je stopt met werken. Maar dat betekent niet dat je geen kosten meer hebt aan een huis.

Business Insider berekende onlangs met welke vaste lasten een huiseigenaar met een woning die nu zo’n 400.000 euro waard is, rekening moet houden, als een huis hypotheekvrij is. Naast een bedrag dat je moet reserveren voor onderhoudskosten, betaal je nog belasting over het eigenwoningforfait, komt de gemeente langs voor de ozb-heffing en heb je minimaal een opstalverzekering nodig.

Op jaarbasis moet je met een huis van vier ton momenteel rekening houden met zo'n 4.000 euro aan de bovengenoemde vier kostenposten, ofwel circa 330 euro per maand. Het gaat hier om vaste lasten die alleen voor huiseigenaren gelden.

Daarbovenop zijn er natuurlijk nog extra kosten zoals bijvoorbeeld een inboedelverzekering en de afvalstoffen- en rioolheffing, maar die gelden ook voor huurders.

Van belang is dat het eigenwoningforfait de komende jaren zwaarder gaat meetellen voor huiseigenaren met een lage of geen hypotheek. Met een modaal inkomen betaal je voor een woning van 400.000 euro momenteel 86 euro belasting over het eigenwoningforfait, maar dat loopt de komende 25 jaar op naar 517 euro op basis van de huidige fiscale regels.

Vaste lasten eigen huis zonder hypotheek versus AOW

Laten we om te beginnen uitgaan van de bovengenoemde maandelijkse vaste lasten van 330 euro voor een eigen huis zonder hypotheek. Hoe verhoudt dit zich tot een AOW-uitkering?

De AOW kent twee varianten: een uitkering voor alleenstaanden en een uitkering voor iemand die getrouwd is of samenwoont. De uitkering voor een alleenstaande is hoger dan de uitkering voor iemand met een partner.

Sinds 1 juli dit jaar is de netto uitkering voor de AOW 1.379 euro per maand voor een alleenstaande, als je verder geen ander pensioeninkomen hebt. Voor iemand met een partner gaat het om 939 euro per maand, als er geen aanvullend pensioeninkomen is.

Stel dat je per maand 330 euro kwijt bent aan de reservering voor onderhoudskosten, de belasting op het eigenwoningforfait, de ozb-belasting en de opstalverzekering. En daar reken je nog 70 euro per maand bij voor de inboedelverzekering en de afvalstoffen- en rioolheffing. In totaal ben je dan 400 euro per maand kwijt voor de vaste woninglasten zonder hypotheek.

Zet je dit af tegen de netto AOW-uitkering voor een alleenstaande, dan komt dat neer op 29 procent van de AOW-uitkering van 1.379 euro per maand.

De vergelijking voor partners met alleen AOW is wat lastiger, want dit hangt er uiteraard vanaf wat voor woning je samen hebt. Als je 200 euro per partner rekent aan vaste woonlasten, komt dat bij een netto AOW-uitkering van 939 euro per partner neer op 21 procent van de AOW-uitkering.

Bij de vraag of de woonlasten zonder hypotheek al dan niet een forse hap nemen uit een AOW-uitkering, speelt natuurlijk de samenstelling van de overige uitgaven een grote rol. Maar de bovenstaande sommen laten in ieder geval zien hoe belangrijk het is om weinig of geen hypotheeklasten meer te hebben, als je relatief weinig pensioen opbouwt naast de AOW en wél een eigen huis hebt.

LEES OOK: 4 opmerkelijke grafieken over de AOW: dit kreeg je in 1960 per maand en dit krijg je nu